Veelgestelde vragen

Ja. Dit is wettelijk verplicht want de gordel beschermt bij een ongeval de moeder en de baby.
De heupriem van de gordel wordt best zo laag mogelijk onder de buik geschoven, zodat de heupriem op het bekken ligt. Het diagonale deel moet mooi over de schouder lopen.

De heupriem van de gordel wordt best zo laag mogelijk onder de buik geschoven, zodat de heupriem op het bekken ligt. Het diagonale deel moet mooi over de schouder lopen.

Isofix is een systeem waarbij het zitje wordt vastgemaakt aan de binnenstructuur van de wagen. Het zitje wordt dus niet vastgemaakt met de autogordel, maar met bevestigingspunten aan het zitje die je vastklikt in speciale haken tussen de zitbank en de rugleuning van de autozetel. Je kunt het Isofix-systeem enkel gebruiken in wagens die uitgerust zijn met Isofix-bevestigingspunten

Dit is een veiligheidsnorm voor kinderbeveiligingssystemen. Deze norm bestaat reeds geruime tijd en is geldig naast i-Size, een andere veiligheidsnorm.

Specifieke kenmerken van UNECE R44/04:

Tegen de rijrichting in tot het kind minimum 9kg weegt of liggend in een reiswieg.
Zitjes worden vastgemaakt met de veiligheidsgordel of met Isofix.
Indeling autostoelen volgens gewicht.
Minimum- en maximumgewicht voor het kind per type zitje.
Het zijwaarts testen van de zitjes is geen vereiste bij de homologatie.

Dit is een veiligheidsnorm voor kinderbeveiligingssystemen. Deze norm is nieuw en bestaat naast UNECE R44/04, een andere veiligheidsnorm.

Specifieke kenmerken van i-Size:

• Altijd tegen de rijrichting in tot 15 maanden.
• Verplicht Isofix-gebruik, wat de kans op foutief gebruik verkleint.
• Indeling autostoelen volgens lengte (makkelijker voor de consument, cfr. kledingmaten).
• Stoel en kind mogen samen maximum 33kg wegen.
• i-Size maakt gebruik van nieuwe side impact testen en nieuwe test-dummies, die meer sensoren hebben.

Zodra een kind 1m35 groot is, mag het met enkel de veiligheidsgordel vastgemaakt worden.

Kinderen van 3 jaar en ouder die kleiner zijn dan 1,35 m moeten achterin meereizen. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet meerijden.

De passagiers moeten de veiligheidsgordel dragen op plaatsen die ermee zijn uitgerust.

Op plaatsen die niet uitgerust zijn met veiligheidsgordels, kan men de gordel niet dragen.

Kinderen tot 1m35 moeten verplicht vastgemaakt worden met een kinderbeveiligingssysteem. Met een tweepuntsgordel mogen enkel kinderbeveiligings-systemen vastgemaakt worden die hiervoor gehomologeerd zijn. De overgrote meerderheid van de zitjes is hier echter niet voor aangepast.
Er bestaan geen verhogingskussens die bruikbaar zijn met een tweepuntsgordel. Als er een 3de bevestigingspunt aanwezig is, kan het mogelijk zijn om een driepuntsgordel te installeren.
Indien het zitje niet compatibel is met de tweepuntsgordel, mogen kinderen van 3 jaar of ouder met enkel de heupgordel achterin worden vastgemaakt.

Met een tweepuntsgordel mogen enkel kinderbeveiligingssystemen vastgemaakt worden die hiervoor gehomologeerd zijn. De overgrote meerderheid van de zitjes is hier echter niet voor aangepast.
Er bestaan geen verhogingskussens die bruikbaar zijn met een tweepuntsgordel. Als er een 3de bevestigingspunt aanwezig is, kan het mogelijk zijn om een driepuntsgordel te installeren.
Indien het zitje niet compatibel is met de tweepuntsgordel, mogen kinderen van 3 jaar of ouder met enkel de heupgordel achterin worden vastgemaakt.

De plaatsen achterin zijn veiliger. In het midden van de achterbank loopt het kind het minst kans op (zware) verwondingen bij een aanrijding. (Voorwaarde is dan wel dat die middelste plaats een volwaardige plaats is waarop een kinderbeveiligingssysteem correct kan geïnstalleerd worden.)
Als het onmogelijk is om je kind veilig vast te maken op de achterbank, is het beter je kind voorin correct vast te klikken in een aangepast bevestigingssysteem.

Ja. Kinderen mogen ongeacht hun leeftijd voorin op de passagiersstoel zitten, op voorwaarde dat ze worden vastgemaakt zoals de wet het voorschrijft.
De enige beperking: het is verboden een kind in een autozitje tegen de rijrichting in (naar achteren gericht) te zetten op een plaats die is uitgerust met een frontale airbag, tenzij deze uitgeschakeld is.

Elk kind moet beschikken over een volwaardige zitplaats. Je mag dus zoveel kinderen vervoeren als er passagiersplaatsen zijn in je wagen.

Een 3e kind (≥ 3 jaar en < 1,35 m) mag achterin zonder zitje, indien het de veiligheidsgordel draagt.

Incidenteel vervoer over korte afstand
Indien de bestuurder niet de ouder van het kind is en er zijn geen of onvoldoende zitjes beschikbaar, mogen kinderen ≥ 3 jaar zonder zitje achterin. Ze moeten wel de veiligheidsgordel dragen. Een kind van de bestuurder moet altijd verplicht in een zitje.

Taxi
In deze voertuigen is het verplicht de veiligheidsgordel te dragen op plaatsen die ermee zijn uitgerust. In taxi’s zonder kinderbeveiligingssysteem moeten kinderen kleiner dan 1,35 m verplicht achterin meereizen.

Bus
In deze voertuigen is het verplicht de veiligheidsgordel te dragen op plaatsen die ermee zijn uitgerust.

In ons land zijn alle bevestigingssystemen die je vandaag in de winkel koopt, goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen.
Vooraleer je een autozitje koopt, is het aan te raden om het uit te proberen in je wagen. In sommige auto's zijn de gordels te kort om een babyzitje correct vast te maken. Als dit zo is, kan je beter een ander model van zitje kopen (er bestaan modellen die minder gordellengte nodig hebben).
Let erop dat het zitje ook een goede zijdelingse bescherming biedt, vooral aan het hoofd. Voor een kinderzitje (groep 1 van 9-18 kg) kies je bij voorkeur een zitje met een systeem om de gordel extra aan te spannen. Dit systeem zorgt ervoor dat de autostoel goed vastzit, wat veiliger is.
Kies je voor een isofix-systeem met een steunpoot, controleer dan zeker of er op de bodem van de wagen aan de beoogde zitplaats geen opbergluikje zit. In dat geval kan de poot niet correct geplaatst worden.

Elk bevestigingssysteem dat verkocht wordt, moet een ECE label dragen. Je kunt dit terugvinden op het etiket op het zitje (een cirkel met "E" gevolgd door een cijfer). Dit bewijst dat het zitje is goedgekeurd volgens de Europese Veiligheidsnorm.
Opgelet, vanaf 10 mei 2008 moeten alle kinderbeveiligingssystemen die gebruikt worden voldoen aan de meest recente normen: R44/03 of R44/04.
Om te weten of een bevestigingssysteem hieraan voldoet, moet je kijken naar het homologatienummer. Dit nummer (dat bestaat uit veel cijfers) vind je onderaan op het etiket. Vanaf 10 mei 2008 moet dit homologatienummer beginnen met 03 o

Een baby heeft een groot en zwaar hoofd in verhouding tot de rest van zijn lichaam. Tegelijk zijn de nekspieren nog niet volgroeid. Als een baby met de rijrichting meerijdt, zal zijn hoofd bij een frontale botsing naar voren schokken. Dit kan ernstige letsels veroorzaken aan de nek of zelfs dodelijk zijn. Door een baby tegen de rijrichting in te zetten, wordt de schok bij een botsing dus verdeeld over de hele rug van de baby.

Plaats nooit een kind tegen de rijrichting bij een actieve frontale airbag.
Dit is immers levensgevaarlijk!

Als je een kind in een zitje tegen de rijrichting voorin plaatst waar een frontale airbag actief is, bevindt het hoofdje en het lichaam zich te dicht bij die airbag. Als een airbag opgeblazen wordt, gebeurt dit met een enorme kracht (snelheid tot 300km/u) en belandt die tegen de achterkant van het zitje. Deze klap is levensgevaarlijk voor het kind.

Laat de airbag voorin dus ontkoppelen of plaats het kind achterin.
Beschik je over een zitje met de rijrichting mee? De airbag uitschakelen is hier niet wettelijk verplicht, maar wordt wel aangeraden. Lukt dit niet of laat je de airbag toch actief, plaats dan de passagierszetel zo ver mogelijk naar achteren. Zorg er in dat geval ook voor dat het zitje rechtop staat (niet in ligstand).
De airbag kan immers gevaarlijk zijn als het kind niet goed rechtop zit. Opgelet: tussen de airbag en het kind mag zich geen enkel voorwerp bevinden.

Indien de bestuurder niet de ouder van het kind is en er zijn geen of onvoldoende zitjes beschikbaar, mogen kinderen ≥ 3 jaar zonder zitje achterin. Ze moeten wel de veiligheidsgordel dragen. Een kind van de bestuurder moet altijd verplicht in een zitje.

Kies je voor een reiswieg, dan moet die over een geldig homologatielabel beschikken. Enkel dan zit in de wieg een speciaal systeem om de baby vast te maken en om de wieg op haar beurt vast te maken op de achterbank van de wagen.

Voor de veiligheid van je kind is het aangeraden om zolang mogelijk een zitje van een lagere categorie te gebruiken. Schakel dus niet te snel over naar een "groter" zitje, maar wacht tot je kind het maximumgewicht van het zitje heeft bereikt, of tot het hoofd over de rand van het zitje komt. Pas dan schakel je over naar een volgende categorie. Zo is je kind het best beschermd.

Een baby heeft een groot en zwaar hoofd in verhouding tot de rest van zijn lichaam. Tegelijk zijn de nekspieren nog niet volgroeid. Als een baby met de rijrichting meerijdt, zal zijn hoofd bij een frontale botsing naar voren schokken. Dit kan ernstige nekletsels veroorzaken of zelfs dodelijk zijn. Door een baby tegen de rijrichting in te zetten, wordt de schok bij een botsing verdeeld over de hele rug van de baby.

In een babyzitje tegen de rijrichting wordt een kind het best beschermd bij een frontale botsing. Kies dus bij voorkeur voor deze vervoersmethode voor je kleine spruit. Een babyzitje is niet slecht voor de rug van je baby op voorwaarde dat het hoofdzakelijk wordt gebruikt voor autoritten. Het is niet de bedoeling dat men een babyzitje gaat gebruiken als een soort ligbedje / relaxstoel voor thuis of voor installatie op de kinderwagen bij wandelingen tenzij bij wijze van uitzondering.

In ons land zijn alle bevestigingssystemen die je vandaag in de winkel koopt, goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen.
Vooraleer je een autozitje koopt, is het aan te raden om het uit te proberen in je wagen. In sommige auto's zijn de gordels te kort om een babyzitje correct vast te maken. Als dit zo is, kan je beter een ander model van zitje kopen (er bestaan modellen die minder gordellengte nodig hebben). Let erop dat het zitje ook een goede zijdelingse bescherming biedt, vooral aan het hoofd.

Een baby heeft een groot en zwaar hoofd in verhouding tot de rest van zijn lichaam. Tegelijk zijn de nekspieren nog niet volgroeid. Als een baby met de rijrichting meerijdt, zal zijn hoofd bij een frontale botsing naar voren schokken. Dit kan ernstige nekletsels veroorzaken of zelfs dodelijk zijn. Door een baby tegen de rijrichting in te zetten, wordt de schok bij een botsing verdeeld over de hele rug van de baby.

In een babyzitje tegen de rijrichting wordt een kind het best beschermd bij een frontale botsing. Kies dus bij voorkeur voor deze vervoersmethode voor je kleine spruit. Een babyzitje is niet slecht voor de rug van je baby op voorwaarde dat het hoofdzakelijk wordt gebruikt voor autoritten. Het is niet de bedoeling dat men een babyzitje gaat gebruiken als een soort ligbedje / relaxstoel voor thuis of voor installatie op de kinderwagen bij wandelingen tenzij bij wijze van uitzondering.

Voor de veiligheid van je kind is het aangeraden om zolang mogelijk een zitje van een lagere categorie te gebruiken. Schakel dus niet te snel over naar een "groter" zitje, maar wacht tot je kind het maximumgewicht van het zitje heeft bereikt, of tot het hoofd over de rand van het zitje komt. Pas dan schakel je over naar een volgende categorie. Zo is je kind het best beschermd.

Neen. Dit is niet erg. Gebruik het zitje verder tot je kind 13kg weegt, of tot zijn hoofd boven de rand van het zitje uitsteekt.

Niet de leeftijd van uw kind bepaalt wanneer het volgend zitje aan de orde is, maar het gewicht en de grootte. Gebruik het babyzitje tot het kind 13kg weegt, of tot zijn hoofd boven de rand van het zitje uitstee

Met een tweepuntsgordel mogen enkel kinderbeveiligingssystemen vastgemaakt worden die hiervoor gehomologeerd zijn. De overgrote meerderheid van de zitjes is hier echter niet voor aangepast.

Plaats nooit een kind tegen de rijrichting bij een actieve frontale airbag. Dit is immers levensgevaarlijk! Als je een kind in een zitje tegen de rijrichting voorin plaatst waar een frontale airbag actief is, bevinden het hoofdje en het lichaam zich te dicht bij die airbag. Als een airbag opgeblazen wordt, gebeurt dit met een enorme kracht (snelheden tot 300km/u) en belandt die tegen de achterkant van het zitje. Deze klap is levensgevaarlijk voor het kind. Laat de airbag voorin dus ontkoppelen of plaats de baby achterin.

In ons land zijn alle bevestigingssystemen die je vandaag in de winkel koopt, goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen.
Vooraleer je een autozitje koopt, is het aan te raden om het uit te proberen in je wagen. In sommige auto's zijn de gordels te kort om een zitje correct vast te maken. Als dit zo is, kan je beter een ander model van zitje kopen (er bestaan modellen die minder gordellengte nodig hebben). Let erop dat het zitje ook een goede zijdelingse bescherming biedt, vooral aan het hoofd. Voor een kinderzitje (groep 1 van 9-18 kg) kies je bij voorkeur een zitje met een systeem om de gordel extra aan te spannen. Dit systeem zorgt ervoor dat de autostoel goed vastzit, wat veiliger is.

Voor de veiligheid van je kind is het aangeraden om zolang mogelijk een zitje van een lagere categorie te gebruiken. Schakel dus niet te snel over naar een "groter" zitje, maar wacht tot je kind het maximumgewicht van het zitje heeft bereikt, of tot het hoofd over de rand van het zitje komt. Pas dan schakel je over naar een volgende categorie. Zo is je kind het best beschermd.

Niet de leeftijd van uw kind bepaalt wanneer het volgend zitje aan de orde is, maar het gewicht en de grootte. Gebruik het babyzitje tot het kind 13kg weegt, of tot zijn hoofd boven de rand van het zitje uitsteekt.

Verhogingskussens zijn goedgekeurd voor kinderen die minstens 15 kg wegen. Plaats dus nooit een kind op een verhogingskussen als hij/zij minder dan 15 kg weegt.
De kinderzitjes zijn gehomologeerd voor kinderen tussen 9 en 18 kg. Zo lang je kind in zijn kinderzitje past (het weegt nog geen 18 kg en het hoofd komt niet over de rand van het zitje), laat je kind best in het kinderzitje meereizen.

Met een tweepuntsgordel mogen enkel kinderbeveiligingssystemen vastgemaakt worden die hiervoor gehomologeerd zijn. De overgrote meerderheid van de zitjes is hier echter niet voor aangepast.

Een zitje van groep 1 kan – afhankelijk van de homologatie – bedoeld zijn voor gebruik tegen de rijrichting of met de rijrichting mee. Controleer dit zeker en vast, want het moet geïnstalleerd worden op de wijze waarvoor het goedg

Beschik je over een zitje om tegen de rijrichting te installeren?
Plaats dit dan nooit bij een actieve frontale airbag. Hier geldt immers hetzelfde principe als bij een airbag met een babyzitje (zie hierboven).

Beschik je over een zitje om met de rijrichting mee te installeren?
De airbag uitschakelen is hier niet wettelijk verplicht, maar wordt wel aangeraden. Lukt dit niet of laat je de airbag toch actief, plaats dan de passagierszetel zo ver mogelijk naar achteren.
Zorg er in dat geval ook voor dat het zitje rechtop staat (niet in ligstand). De airbag kan immers gevaarlijk zijn als het kind niet goed rechtop zit.

In ons land zijn alle bevestigingssystemen die je vandaag in de winkel koopt, goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen. Een verhogingskussen kan zowel met als zonder rugsteun. De beste bescherming wordt geboden door een zitje met rugsteun, maar beide opties zijn wettelijk toegelaten.

Verhogingskussens zijn goedgekeurd voor kinderen die minstens 15 kg wegen. Plaats dus nooit een kind op een verhogingskussen als hij/zij minder dan 15 kg weegt.
De kinderzitjes zijn gehomologeerd voor kinderen tussen 9 en 18 kg. Zo lang je kind in zijn kinderzitje past (het weegt nog geen 18 kg en het hoofd komt niet over de rand van het zitje), laat je kind best in het kinderzitje meereizen.

Verhogingskussens zonder rugsteun, die goedgekeurd zijn volgens de Europese norm, blijven toegelaten. ECER44/03 of ECER44/04 verhogingskussens zijn bruikbaar met of zonder rugsteun vanaf 15kg. Verhogingskussens die voldoen aan ECE R129 moeten tot het kind 1m25 meet verplicht mét rugsteun gebruikt worden. 
Voor jongere kinderen is een verhogingskussen met rugsteun aangeraden. De rugsteun zorgt ervoor dat de gordel correct over de schouder loopt en biedt ook een goede zijdelingse bescherming, vooral ter hoogte van het hoofd.
Opgelet: een verhogingskussen kan enkel correct gebruikt worden in combinatie met een driepuntsgordel. Het mag niet gebruikt worden in combinatie met een heupgordel (2puntsgordel).

Zodra een kind 1m35 groot is, mag het met enkel de veiligheidsgordel vastgemaakt worden.

Met een tweepuntsgordel mogen enkel kinderbeveiligingssystemen vastgemaakt worden die hiervoor gehomologeerd zijn. De overgrote meerderheid van de zitjes is hier echter niet voor aangepast. Er bestaan geen verhogingskussens die bruikbaar zijn met een tweepuntsgordel.

Verhogingskussens zijn steevast gehomologeerd voor gebruik in de rijrichting.

De airbag uitschakelen is hier niet wettelijk verplicht, maar wordt wel aangeraden. Lukt dit niet of laat je de airbag toch actief, plaats dan de passagierszetel zo ver mogelijk naar achteren.
Zorg er in dat geval ook voor dat het kindje rechtop zit, anders kan de airbag gevaarlijk zijn.

Dit is een inbreuk van de tweede graad. De boete bedraagt 110 euro.

Dit is een inbreuk van de derde graad. De boete bedraagt 165 euro.